Klimaat en energie

20 augustus 2013: Earth Overshoot day, de dag waarop de mensheid alle natuurlijke hulpbronnen heeft geconsumeerd die de aarde in één jaar kan produceren. Op 20 augustus 2013 werd wereldwijd al meer CO2 uitgestoten dan de aarde in een heel jaar kan absorberen. De voorbije 50 jaar werd de Earth Overshoot telkens  vroeger in het jaar bereikt. Sinds 1960 werd de toename van de CO2-concentratie op geen enkel moment afgeremd, ondanks ronkende verklaringen, plechtige beloften en doortastend klimaatbeleid.

 

De gevolgen van de CO2-uitstoot voelen we nu al:

  • Sinds het begin van de metingen in 1833 is de gemiddelde jaartemperatuur in België met ongeveer 2°C gestegen;
  • De jaren ’90 was het warmste decennium sinds 1833;
  • Sinds 1990 neemt het aantal hittegolven significant toe;
  • Sinds 1910 stijgt de gemiddelde jaarlijkse neerslag in België met zo’n 7%.

 

Deze temperatuurs- en neerslagveranderingen hebben verschillende gevolgen:

  • Veranderd neerslagpatroon zorgen voor extra moeilijkheden voor o.a. landbouw en binnenscheepvaart.
  • Periodes van droogte vergroten het risico op bosbranden, de biodiversiteit zal afnemen.
  • Tijdens de wintermaanden is er dan weer meer kans op veel meer neerslag, met een groter risico voor zware overstromingen. In de zomer is er ook kans op overstromingen, wanneer er na een droge periode een groot onweer losbarst.
  • Hittegolven, waarbij de smog- en ozonconcentraties, zullen een negatieve impact hebben op de gezondheid van velen.

Extremere weersomstandigheden, zowel meer droogte als meer neerslag, vragen flexibele en multifunctionele oplossingen.

 

Hoe pakken we de klimaatuitdagingen meer concreet aan?

De aanpak van de klimaatverandering noodzaakt een parallelle inzet op twee sporen:

  1. Mitigatie: het tegengaan/beperken van klimaatverandering door het reduceren van de broeikasuitstoot. Dit is een brongerichte aanpak.
  2. Adaptatie: het aanpassen van natuurlijke en menselijke systemen aan de huidige en te verwachten gevolgen van klimaatverandering.

 

Wat zijn de troeven van de provincie Antwerpen in dit verhaal?

Het streven naar klimaatneutraliteit en energietransitie blijven in een verstedelijkte regio zoals de provincie Antwerpen een enorme uitdaging. Hiervoor zijn verschillende redenen:

  • De haven van Antwerpen, en de daarmee verweven tweede grootste petrochemische cluster ter wereld, veroorzaakt een massale emissie aan broeikasgassen.
  • Transport is een belangrijke producent van broeikasgassen. Welnu, het wegennet in de provincie Antwerpen behoort tot één van de dichtste van Europa.
  • Ook de verwarming van gebouwen is een grote producent van broeikasgassen. Dit terwijl de provincie Antwerpen de op één na meest verstedelijkte regio van ons land is.  

 

Wat kan en moet de provincie Antwerpen meer doen?

We zouden moeten beginnen met het formuleren van doelstellingen. Dat op zich brengt al een belangrijke dynamiek op gang. Momenteel is er nog geen provinciale doelstelling geformuleerd, met als voornaamste redenen dat we geen beleidsimpact hebben op alle uitstoot en dat Europa normen oplegt aan de lidstaat België, niet aan de provincies.

Toch is het opstellen van een heldere klimaatdoelstelling op provinciaal niveau zeker nuttig. De provincie is immers het tussenniveau dat instaat voor de ondersteuning van en samenwerking tussen gemeentebesturen; dat als integrator en facilitator nauw samenwerkt met verschillende actoren, zoals met de provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) en zich richt tot diverse doelgroepen zoals ondernemingen, organisaties, scholen, jongeren,… in dat grote netwerk liggen veel kansen en mogelijkheden.

Het klimaatbeleid is en blijft volop in beweging. We moeten permanent blijven bijleren en bijsturen. Tegelijkertijd roepen adviesraden, zoals de Minaraad, SERV en SALV, op tot een meer ‘integraal beleidsdomein- en beleidsniveau-overschrijdende aanpak met een blik die verder kijkt dan 2020’. Als verbindend tussenniveau kan de provincie het klimaatbeleid verder mee vormgeven. Dat kan de provincie doen door als ‘neutrale speler’ álle troeven van alle actoren in onze provincie te betrekken bij een subregionaal klimaatdebat.

De provincie kan zorgen voor een provinciaal klimaatpanel:

  • Dit panel kan fungeren als aanspreekpunt en als kruispunt voor alle betrokken actoren;
  • Het kan het draagvlak vergroten en bijdragen tot kennisuitwisseling;
  • Het klimaatpanel kan aanbevelingen dien over klimaatdoelstellingen op provinciaal niveau;
  • Het kan toekomstscenario’s helpen ontwikkelen

 

De provincie Antwerpen kan ok starten met een adaptatiebeleid op eigen maat. Vooral voor adaptatiebeleid heeft een provincie zeer veel beleidsinstrumenten in handen: waterbeleid, biodiversiteitsbeleid, groenbeleid, landschapsbeelden,… maar ook milieuhandhaving en de ondersteuning van gemeenten.

Antwerpen is niet alleen een uitdagende provincie voor een ambitieus klimaatbeleid, ze heeft ook unieke troeven:

  • Wind was in 2011 de derde belangrijkste bron van groene stroomproductie in Vlaanderen. Uitdaging: de inplanting van nieuwe windturbines wordt steeds moeilijker. Vergunningsaanvragen laten vaak lang op zich wachten en door bezwaren van burgers of bedrijven lopen projecten veel vertraging op.
  • Warmte: het energieverbruik om woningen te verwarmen ligt in België 70% hoger dan het Europees gemiddelde. Vele Europese landen werken al jaren aan een radicale omslag op dit vlak: via zogenaamde warmtenetten wordt warmte aangeleverd, in plaats van opgewekt in de individuele gebouwen. Warmtenetten realiseren betekent reststromen maximaal en op grote schaal valoriseren, terwijl alle restwarmte die geproduceerd wordt in de haven van Antwerpen op dit moment gewoon verloren gaat.
  • Ook in de Kempen zijn er mogelijkheden: geothermie, de warmte die opgeslagen ligt in diepere grondelagen.

 

De politieke instellingen, inclusief de provincie, kunnen en moeten werk maken van een goed klimaatbeleid. Naast alle maatregelen die overheden en besturen kunnen nemen, is het ook noodzakelijk dat elke burger zijn of haar steentje bijdraagt.